maandag 10 november 2014

Woesten, Kris van Steenberge. Keuzeopdracht 2

Bijna alle verwondingen in de loopgraven zijn te wijten aan kogels en granaten. Verwondingen aan het hoofd of aan de romp waren vaak dodelijk, een verwonding aan ledematen, kon je meestal wel overleven. Hoeveel mensen er overleden zijn en waaraan is moeilijk te zeggen. Er zijn wel medische statistieken, maar daarin zijn alleen degene opgenomen, die de hospitalen bereikt hebben. Veel soldaten stierven op de weg naar het hospitaal of op het slagveld.
In de eerste wereldoorlog ging de overwinning voor de medische hulp, dus de mensen die een lichte verwonding hadden werden als eerst geholpen, omdat zij dan weer verder konden vechten.

Als je gewond was geraakt, moest je eerst worden gevonden door je mede-soldaten of de brancardiers. Als het niet te gevaarlijk was en als de kans niet te groot was, dat je onderweg zou sterven, dan vervoerden zij je naar de noodverbandplaats die dicht bij de loopgraven was. Deze verbandplaatsen bestonden eigenlijk alleen uit een tafel en wat verbandspullen. Hier werden alleen noodverbanden aangelegd en vervangen en injecties gegeven. Daarna werd je vervoerd naar een soort van tussenstation, dat als rustplaats gebruikt werd. Na een rustpauze kon je naar het 10 kilometer achter het front liggende veldhospitaal worden gebracht. Hier werden alleen de zwaar gewonden heen gebracht, want de licht gewonden moesten dicht bij het front blijven, zodat ze gelijk weer konden gaan vechten als ze enigszins waren opgeknapt. In de veldhospitalen werden de eerste operaties gedaan en vanuit hier werden de gewonden naar andere ziekenhuizen getransporteerd.

Maar met de kwaliteit van de veldhospitalen was het niet zo goed gesteld. Er was grote vraag naar artsen, dus ook huisartsen en veeartsen werden in de hospitalen ingezet. Dus de doktoren kregen vaak iets te zien waar ze zich geen raad mee wisten. Ook was er geen hygiëne in de verbandplaatsen en de veldhospitalen, zodat veel gewonden zijn overleden aan infecties. Ook zijn er veel mensen gestorven aan de kou en de vochtigheid in de loopgraven.

Dus als je gewond was geraakt aan je romp of hoofd was dat meestal dodelijk en had je een kleine kans om meegenomen te worden door de brancardiers. Maar als je een lichte verwonding had werd je snel geholpen, zodat je weer verder kon vechten. Het was erg lastig voor de artsen in de oorlogshospitalen om mensen te helpen, want ze hadden maar beperkte middelen, er was geen hygiëne, hierdoor zijn ook veel artsen gestorven, en heel veel kwalen hadden ze nog nooit gezien.