dinsdag 22 oktober 2013

Erik of het klein insectenboek, Godfried Bomans. Opdracht 4

Afbeelding bij Erik of het klein insectenboek



Ik heb deze afbeelding gemaakt met Photoshop. In de afbeelding zie je Erik in zijn bed liggen. In het boek droomt hij over Wollewei en de insecten die daar leven, dit heb ik geïllustreerd door een mier, een vlinder en een doodgraver in Eriks kamer rond te laten lopen. Ik heb ook gras in de afbeelding geplaatst, omdat de verhalen zich afspelen in het gras. Dit is dus een beeld dat eigenlijk heel het boek samenvat, omdat het verhaal dat in het boek verteld wordt een droom van Erik is.

woensdag 2 oktober 2013

(Keuzeopdracht LT1, kunst, De zonnewijzer)

Reptielen

Reptielen van M.C. Escher


Leonie is de erfgename van haar vriendin Roos die is overleden. Ze denkt dat ze een duidelijk plaatje heeft van de dood van Roos en dat ze echt aan een zonnesteek is overleden. Maar dan belt Freek, blijkbaar een bekende van Roos, die niet gelooft dat Roos is overleden aan een zonnesteek, omdat de zon die dag helemaal niet geschenen heeft volgens hem. Maar hij zegt ook dat Roos dacht dat iemand haar dood wilde hebben. Hierdoor gaat Leonie twijfelen aan haar plaatje en nadenken over hoe Roos dan wel aan haar einde is gekomen en of het kan dat ze is vermoord. Toch denkt ze niet dat Roos vermoord kan zijn.

De reptielen die in een patroon getekend zijn, geven het duidelijke plaatje van de dood van Roos in het hoofd van Leonie, voordat ze met Freek heeft gesproken, weer. De levende reptielen geven de gedachten weer over de dood van Roos nadat ze met Freek heeft gesproken. Haar hersens gaan werken en ze gaat nadenken over hoe Roos dan wel is gestorven, de reptielen gaan bewegen. Toch denkt ze dat Roos niet vermoord kan zijn, omdat het niet kan dat iemand zo geraffineerd te werk is gegaan, dat het leek of haar dood door een zonnesteek kwam. Ze komt dus weer terug bij het plaatje in haar hoofd dat ze eerst had. De levende reptielen die weer in het patroon van reptielen terug kruipen, geven dit weer.

woensdag 18 september 2013

Vragenlijst leesniveau klas 4


Vragenlijst letterkunde om literaire competentie te bepalen


Vraag 1
Bekijk de volgende uitspraken. Geef per uitspraak aan wat het meest op jou van toepassing is. Zet een kruisje in het juiste vakje.
uitspraak
1 = past helemaal niet bij mij
2 = past niet bij mij
3 = past bij mij
4 = past helemaal bij mij.
Lezen vind ik niet leuk en ik lees niet veel. Het lezen van boeken voor volwassenen vind ik helemaal niet prettig. Als ik al iets lees dan lees ik het liefste boeken met veel drama en actie erin.
 X



Lezen vind ik niet heel erg leuk, maar ook niet heel vreselijk. Ik lees niet graag dikke boeken. Ik heb wel boeken gelezen, maar die zijn niet voor volwassenen geschreven. Ik houd erg van boeken die gaan over voor mij herkenbare situaties.


X

Ik heb boeken gelezen voor volwassenen en ik begreep ze ook. Uit mezelf zou ik niet zo snel kiezen voor een dik boek. Ik vind het prettig als boeken gaan over maatschappelijke of psychologische vraagstukken zodat ik er lekker over kan discussiëren.

        X


Ik vind het niet zo belangrijk hoe dik een boek is. Het is voor mij niet zo belangrijk of de gebeurtenissen in een boek ook al in mijn leven gebeuren of kunnen gebeuren. Ik vind het juist interessant om me dan te verdiepen in die gebeurtenissen. Ik heb boeken gelezen van (bekende) auteurs (voor volwassenen.)


X

Ik heb al behoorlijk veel boeken gelezen van (bekende) auteurs (voor volwassenen.) Wat ik leuk vind aan lezen is het uitzoeken van de achtergronden bij de teksten. Mij maakt het helemaal niet uit hoe dik een boek is. Ik heb ook al oude teksten gelezen en ik vond dat niet zo moeilijk.
               X



Ik heb echt veel gelezen van Nederlandse auteurs en van de wereldliteratuur. Het lezen van boeken is voor mij belangrijk omdat het me helpt de werkelijkheid vorm te geven. Ik kan gemakkelijk verbanden leggen binnen de tekst maar ook buiten de tekst. Lezen is iets dat ik (bijna) dagelijks doe en ik praat (en lees) graag over boeken met mensen die er veel verstand van hebben.
X




Vraag 2.
Welke boeken las je het laatst voor de lijst? Noteer je antwoorden in de juiste  volgorde.

Titel
auteur
Uitgelezen in: (maand – jaar)
Boek 1 (meest recent)
Prins Caspian
C.S. Lewis
Juni-2013
Boek 2 (iets minder recent)
Koning van Katoren
Jan Terlouw
2e klas
Boek 3 (langst geleden)
Radeloos
Carry Slee
1e klas

Vraag 3.
Bepaal de schrijfstijl in je laatst gelezen boeken. Omcirkel ja of nee in elke cel.

Gewone taal, gemakkelijk te begrijpen
Niet zo gemakkelijk te begrijpen stijl
Literaire stijl.
Moeilijke literaire stijl
Boek 1 (meest recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 2 (iets minder recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 3 (langst geleden)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee

Vraag 4.
Je laatst gelezen boeken en de inhoud. Over de personages en de inhoud van de boeken die ik het laatst voor mijn lijst gelezen heb, kan ik zeggen dat:

Ze helemaal passen bij mijn leven
Ze niet helemaal passen bij mijn leven maar dat ze wel te maken hebben met dingen die me bezig houden
Ze niet zo goed passen bij mijn leven en gaan ook niet echt over dingen die me bezig houden.
Ze erg ver af staan van mijn leven.
Boek 1 (meest recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 2 (iets minder recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 3 (langst geleden)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee

Vraag 5.
Je laatst gelezen boeken en de verhaallijnAls ik de boeken die ik het laatst voor mijn lijst heb gelezen omschrijf,  dan kan ik zeggen dat:


De verhaallijn niet wordt onderbroken en dat er veel dingen achter elkaar gebeuren. Als de verhaallijn wel wordt onderbroken dan vind ik dat nogal vervelend.
De verhaallijn wel wordt onderbroken maar ik hem gemakkelijk terug kan brengen.
De verhaallijn wordt onderbroken en moeilijker is terug te brengen naar het oorspronkelijke verhaal, ik dat juist prettig vind.
Het verhaal op verschillende manier valt uit te leggen; daardoor is het voor mij lastig om de rode draad van het verhaal weer terug te halen.
Er zoveel betekenislagen in het verhaal zitten dat het terugbrengen van een rode draad erg moeilijk is.
Boek 1 (meest recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 2 (minder recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 3 (langst geleden)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee

Vraag 6 .
Je laatst gelezen boeken en de verwerkingsopdrachten

Boek 1
Boek 2
Boek 3
A. Kan ik een verhaalfragment samenvatten
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
B. Kan ik iets vertellen over de hoofdpersonen en wat er met hen gebeurt
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
C. Kan ik wat er met de hoofdpersonen gebeurt verbinden met het thema van het boek
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
D. Kan ik verschillende 'verhalen' binnen het verhaal ontwarren
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
E. Kan ik iets vertellen over de verhaaltechniek die de schrijver heeft gebruikt en hoe die techniek het verhaal beïnvloedt
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
F. Kan ik vertellen of het boek een rol speelt in de werkelijkheid en ook waarom dat zo is
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee

Slotopdracht.
Leg de door jou gegeven antwoorden naast de niveau-omschrijvingen die vermeld staan in het overzicht ‘lezen voor de lijst’. Bepaal vervolgens je lezersniveau en kies een literair werk dat bij dit niveau hoort. Lees enkele hoofdstukken en bepaal vervolgens of je daadwerkelijk op het juiste niveau bent ingestapt. Wanneer blijkt dat het boek te moeilijk voor je is (je komt niet ‘in’ het verhaal), kies dan een boek uit de lijst één niveau lager. Vind je het boek te gemakkelijk (flauw verhaal, te kinderachtig, te voorspelbaar), kies dan een niveau uit de lijst één niveau hoger.

 Ik denk dat ik lezersniveau 2 heb, omdat ik niet heel veel lees, maar het ook niet stom vind om te lezen. Maar mijn lezersniveau zou ook niveau 3 kunnen zijn, omdat ik het leuk vind als een boek niet aansluit bij mijn leefwereld.


Camphusianum Gymnasium – studiejaar 4