vrijdag 20 november 2015

De uitvreter, Nescio

 


Algemene Informatie


Nescio, De uitvreter
Haarlem, J.H. de Bois, 1918
30 bladzijdes

Genre: novelle

Samenvatting:

De uitvreter is Japi. Japi is een jongeman die "uitvreet": hij leeft van andermans centen, leent spullen zonder ze terug te brengen, en geniet daar uitermate van. Bavink komt hem in Zeeland tegen en brengt hem mee naar Amsterdam, waar ze beiden vandaan komen. Ze worden goede vrienden. Bavink is een schilder die af en toe eens een schilderij verkoopt zodat hij ervan kan leven, maar eigenlijk lacht hij de mensen uit die zijn werk prijzen, want hij vindt dat zijn schilderijen maar een akelige reproductie zijn van de schoonheid van de werkelijkheid.

Voor een tijdje vreet de uitvreter Bavink, Koekebakker (de verteller) en Hoyer uit. Op een gegeven moment heeft hij wel een baantje gevonden op een kantoor, maar hij verprutst het daar, is niet geschikt voor werken. Van het solliciteren wordt hij al naar.

Een zomer is hij ineens verdwenen, naar België. Later blijkt dat hij daar een Frans meisje had ontmoet, Jeanne, maar ze heeft een ziekte en zal sterven.

Daarna vreet Japi niet zoveel meer uit, hij is serieuzer geworden. Hij gaat in de handel en werkt hard in Afrika. Na drie, vier jaar komt hij weer terug, het harde werken en de sleur van het dagelijks leven bevalt hem niet. Uiteindelijk stapt hij op een zomermorgen van de brug, nadat Jeanne aan haar ziekte is gestorven.[1]

 

Verwerkingsvragen

Kenmerken van de tachtigers:
-        Ze rekenen af met de oude literatuur, een nieuwe eeuw, nieuwe literatuur.
-        Personages zetten zich af tegen de burgerlijkheid.[2]
-        L’art pour l’art
-        Spreektaal en grove taal
-        Realisme, naturalisme en sensitivisme[3]


Voorbeelden uit de uitvreter:
Een van de kenmerken is dat de personages zich af zetten tegen de burgerlijkheid. Japi is geen normale burger, hij vreet zijn vrienden uit en heeft geen werk. Later in het verhaal gaat hij werken en trouwt hij maar van het burgerlijke leven wordt hij zo ongelukkig dat hij van de brug springt. Ook wordt er in het boek veel gebruik gemaakt van spreektaal. Nescio schrijft bijvoorbeeld ‘datti’ in plaats van ‘dat hij’. Een ander kenmerk van de literaire werken van de tachtigers is dat er dingen uit het realisme en naturalisme in terug komen. Dit zie je ook in De uitvreter. Bavink is een schilder en schildert landschappen en houdt van de natuur.


De uitvreter is een boek uit de stroming van de tachtigers, omdat er een aantal kenmerken van de tachtigers in het boek zitten.


 



[1]http://www.samenvattingen.com/documenten/1399645/De+uitvreter%2C+Titaantjes+en+Dichtertje+Nescio/?
[2] http://www.schooltv.nl/video/de-tachtigers-een-literaire-beweging-die-breekt-met-burgerlijkheid/
[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigers#Kenmerken


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten