vrijdag 20 november 2015

De uitvreter, Nescio

 


Algemene Informatie


Nescio, De uitvreter
Haarlem, J.H. de Bois, 1918
30 bladzijdes

Genre: novelle

Samenvatting:

De uitvreter is Japi. Japi is een jongeman die "uitvreet": hij leeft van andermans centen, leent spullen zonder ze terug te brengen, en geniet daar uitermate van. Bavink komt hem in Zeeland tegen en brengt hem mee naar Amsterdam, waar ze beiden vandaan komen. Ze worden goede vrienden. Bavink is een schilder die af en toe eens een schilderij verkoopt zodat hij ervan kan leven, maar eigenlijk lacht hij de mensen uit die zijn werk prijzen, want hij vindt dat zijn schilderijen maar een akelige reproductie zijn van de schoonheid van de werkelijkheid.

Voor een tijdje vreet de uitvreter Bavink, Koekebakker (de verteller) en Hoyer uit. Op een gegeven moment heeft hij wel een baantje gevonden op een kantoor, maar hij verprutst het daar, is niet geschikt voor werken. Van het solliciteren wordt hij al naar.

Een zomer is hij ineens verdwenen, naar België. Later blijkt dat hij daar een Frans meisje had ontmoet, Jeanne, maar ze heeft een ziekte en zal sterven.

Daarna vreet Japi niet zoveel meer uit, hij is serieuzer geworden. Hij gaat in de handel en werkt hard in Afrika. Na drie, vier jaar komt hij weer terug, het harde werken en de sleur van het dagelijks leven bevalt hem niet. Uiteindelijk stapt hij op een zomermorgen van de brug, nadat Jeanne aan haar ziekte is gestorven.[1]

 

Verwerkingsvragen

Kenmerken van de tachtigers:
-        Ze rekenen af met de oude literatuur, een nieuwe eeuw, nieuwe literatuur.
-        Personages zetten zich af tegen de burgerlijkheid.[2]
-        L’art pour l’art
-        Spreektaal en grove taal
-        Realisme, naturalisme en sensitivisme[3]


Voorbeelden uit de uitvreter:
Een van de kenmerken is dat de personages zich af zetten tegen de burgerlijkheid. Japi is geen normale burger, hij vreet zijn vrienden uit en heeft geen werk. Later in het verhaal gaat hij werken en trouwt hij maar van het burgerlijke leven wordt hij zo ongelukkig dat hij van de brug springt. Ook wordt er in het boek veel gebruik gemaakt van spreektaal. Nescio schrijft bijvoorbeeld ‘datti’ in plaats van ‘dat hij’. Een ander kenmerk van de literaire werken van de tachtigers is dat er dingen uit het realisme en naturalisme in terug komen. Dit zie je ook in De uitvreter. Bavink is een schilder en schildert landschappen en houdt van de natuur.


De uitvreter is een boek uit de stroming van de tachtigers, omdat er een aantal kenmerken van de tachtigers in het boek zitten.


 



[1]http://www.samenvattingen.com/documenten/1399645/De+uitvreter%2C+Titaantjes+en+Dichtertje+Nescio/?
[2] http://www.schooltv.nl/video/de-tachtigers-een-literaire-beweging-die-breekt-met-burgerlijkheid/
[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigers#Kenmerken


 

zondag 14 juni 2015

De wetten, Connie Palmen

 
Algemene informatie

Connie Palmen, De wetten
Prometheus Amsterdam, 1991
193 pagina’s

Genre: roman

Samenvatting:

Het boek beschrijft een aantal jaren uit het leven van Marie Deniet, een studente filosofie aan de universiteit van Amsterdam. Het boek bestaat uit zeven hoofdstukken, elk hoofdstuk gaat over een andere man, die een belangrijke rol in haar leven speelt.

De astroloog leert zij kennen in het Antiquariaat waar zij werkt. De man maakt een ietwat verstrooide indruk en lijkt op het eerste gezicht iemand te zijn die zij niet graag zou willen leren kennen. Na een tijdje door de winkel gesnuffeld te hebben, komt de man naar haar toe en zegt hij: “Boogschutter-Schorpioen”. Dit sterrenbeeld klopt en hij geeft haar vervolgens een uitgebreide beschrijving van haar persoonlijkheid. Wat hij zegt ligt akelig dicht bij de werkelijkheid. De astroloog is afhankelijk van het leven en heeft het getal 33 nodig om houvast aan te kunnen ontlenen. Zij is onafhankelijk en beschrijft zichzelf meer als iemand waarvan het leven afhankelijk is.
De astroloog verdwijnt uit haar leven als zij meer omgaat met de epilepticus en de astroloog vertrekt naar Frankrijk.

De epilepticus leert zij toevallig kennen bij een college op de universiteit. Hij zit naast haar en maakt zich behoorlijk kwaad om de spreker. Later blijkt hij Daniël Daalmeyer te heten en een epilepticus te zijn. Hij is gek op ziekten, ook op haar huidziekten. En hij is mooi, maar dat valt haar pas op als zij zijn avances al in de lucht heeft geslagen. Ze eet bij hem, maar komt dan terecht bij vrienden van hem, omdat hij te laat komt op hun afspraakje. De vrienden zijn vreselijk en het is geen leuke ervaring. Ook het etentje is niet erg interessant. Hij adviseert haar naar een college van een bekende filosoof te gaan luisteren.

Zo komt zij terecht bij de filosoof. Eigenlijk is deze man een verwijzing naar haar verleden. In het verleden heeft zij een relatie gehad met haar maatschappijleer docent. Deze man was veel ouder dan haar en zij voelde zich aangetrokken tot zijn intelligentie en zijn verhalen. Maar hij vond dat hij haar niet genoeg kon bieden en is uiteindelijk de reden van haar filosofie studie. De filosoof is ook oud en opnieuw voelt zij zich aangetrokken. Het is iets in zijn gezicht wat haar trekt. Een hele tijd houdt zij het vol om het spannend te houden en blijft zij op afstand. Maar als het lokaal van de lezingen wordt veranderd komt zij pal voor zijn neus te zitten en krijgt zij contact met hem. Hij helpt haar met haar scriptie, maar vindt op een gegeven moment ook dat hij haar niets meer te bieden heeft. Hij geeft haar het adres van de priester, waar zij haar scriptie naar op kan sturen.

De priester is erg onder de indruk van haar filosofie en nodigt haar door middel van een brief uit bij hem thuis. Zij voelt zich gevleid, dat deze belangrijke priester-filosoof haar bij hem thuis uitnodigt. Zij heeft alleen al snel door dat zijn aandacht voor haar van seksuele aard is. Tijdens een diner vertelt hij haar dat hij elke week andere vrouwen op bezoek krijgt. Zij walgt van hem en hij is de lelijkste man die ze ooit gezien heeft. En toch gaat zij in op zijn seksuele lusten.
Dat is dan ook meteen de laatste keer dat zij intiem met hem omgaat, want na deze seksuele uitspatting speelt hij alleen nog maar een rol bij haar scriptie en einddoctoraal.

Als zij thuis aan het bijkomen is van haar misschien ietwat verkeerde keuze ten opzichte van de priester, krijgt zij een brief. In deze brief staat dat haar goede vriend, de astroloog is overleden. Hij is in een kloof gevallen in Frankrijk. De brief is van een goede vriend van de astroloog, Hugo Morland. Deze man is fysicus en komt vanuit Frankrijk naar Nederland om de begrafenis bij te wonen. Ze spreken af en meteen merkt ze dat ze zich seksueel aangetrokken voelt tot het slome karakter van Hugo. Ze gaan een strandwandeling maken en van het een komt het ander. In de dagen die volgen voordat de begrafenis plaats vindt, slapen zij bij elkaar en hebben ze seks. Maar na de begrafenis moet hij weer terug naar zijn vrouw en verlaat hij haar. Zij is verdrietig, maar weet wel dat de relatie puur fysiek was en niet veel voorstelde.

Naast haar studie houdt zij ervan kunst te bekijken. Zo ook een beeld van de beroemde kunstenaar Lucas Asbeek. Het is een raar beeld, het is bedoeld om af te schrikken, maar daardoor trekt het haar juist erg aan. Zij weet meteen dat ze verliefd is op de kunstenaar en dat hij haar levensdoel is. Wat zij niet weet is dat zij de man al eerder ontmoet heeft, in het antiquariaat, op haar laatste werkdag.
Ze besluit haar einddoctoraal drastisch te veranderen en niet te schrijven over tekst, over dat wat alle studenten aanhangen. Ze besluit te schrijven over hem, over Lucas Asbeek, de kunstenaar. Ze schrijft lang achterelkaar en belt dan de filosoof op, om hem te vertellen dat zij haar doctoraalscriptie afheeft. Ze heeft geschreven over de angst voor publicatie, de angst om in het openbaar te treden.
Ze haalt haar studie en dan is hij er ineens. Hij staat zomaar in de hal en ze stapt op hem af. Ze vertelt hem alles, over dat zij altijd al van hem houdt en dat zij haar scriptie over hem geschreven heeft. Ze spreken af en worden verliefd. Maar zij vergeet zichzelf en denkt teveel aan hem. In plaats van voor zichzelf te leven, leeft zij voor hem. Ze eet slecht, vermagert en hiermee vergooit zij hun relatie.
Uiteindelijk kan Lucas de relatie niet meer aan en maakt hij er een einde aan.

Dat is het tijdstip waarop ze naar de psychiater toe stapt. Ze vertelt hem in een aantal brieven alles wat er gebeurd is, van astroloog tot kunstenaar en trekt een hele hoop conclusie’s ten opzichte van haar eigen leven. Ze concludeert dat ze zich zelf uit het oog verloren heeft en in die tijd te veel voor anderen is gaan leven dan voor zich zelf. Terwijl zij aan de andere kant ook erg voor zich zelf leefde en niet in de gaten had wat anderen voor haar voelde. Ze is erg in de war, gebeurtenissen uit het verleden komen weer naar boven. Maar haar verhaal moet ze kwijt en als ze alles eruit gestort heeft, voelt ze zich beter en heeft ze ook de psychiater niet meer nodig. Dat is het punt waarop het boek eindigt.
[1]

Verwachtingen

Ik heb dit boek gekozen, omdat ik nog geen boek van een vrouwelijke schrijfster op mijn leeslijst had staan en dit boek heeft een goed niveau. Verder heb ik me van tevoren niet echt in het boek verdiept, dus heb ik ook geen verwachtingen.

Motieven en thema

Het overkoepelende thema van het boek is het zingeven aan het leven door vallen en opstaan. Dit blijkt ook een beetje uit de flaptekst. Deze tekst luidt: ‘Als ik val zal ik huilen van geluk’ van Samuel Beckett. Een paar van de motieven die in het boek naar voren komen zijn mannen, wetten, filosofie en het willen schrijven. In elk hoofdstuk ontmoet de hoofdpersoon Marie een andere man met een andere levensvisie en dus ook zijn eigen wetten. De filosofie komt ook steeds weer terug in het boek. Marie wil graag schrijver worden, maar het is een moeizame weg voor haar, het gaat met vallen en opstaan.[1]


Beoordeling

Het boek gaat over de zoektocht naar waarheid en geluk van de hoofdpersoon Marie Deniet. Kennis probeert ze op te doen bij de zeven mannen die ze in het boek ontmoet. Aan het eind lijkt alsof ze de waarheid en het geluk gevonden heeft, maar dan ontmoet ze de laatste man van het boek, de psychiater en valt alles weer uit elkaar. De manier waarop Marie naar de wereld kijkt, is soms hetzelfde als hoe ik naar de wereld kijk. Dit sprak me het meest aan in het boek.



[1] http://www.havovwo.nl/vwo/vne/bove/de%20wetten%20a.pdf




[1] http://www.samenvattingen.com/documenten/8483760/De+wetten+%3A+roman+Palmen%2C+Connie/?q=de%20wetten%20connie%20palmen%20samenvatting

vrijdag 5 juni 2015

Max Havelaar, Multatuli. Romantiek 3b Betoog

Max Havelaar
In deze periode hebben we het gehad over de Romantiek. Hierbij hebben we het boek Max Havelaar of der Nederlandsche Handel-Maatschappij van Multatuli, oftewel Eduard Douwes Dekker, gelezen. Maar is dit boek eigenlijk wel representatief voor de Romantiek?
De Romantiek 
De Romantische literatuur is een expressie van gevoelens. De schrijver leeft in onvrede met de werkelijkheid en heeft een sombere, pessimistische kijk op het leven, dit wordt ook wel Weltschmerz genoemd. De schrijver neemt zijn toevlucht in de natuur, sprookjes, het verleden of in het griezelige of geheimzinnige. Men had de voorkeur voor lyrische teksten, hierin staat de weergave van gevoel en emotie centraal.[1]
In Nederland is de periode van de Romantiek meer een mengeling van Romantiek met Realisme. Dit komt omdat in deze periode de Belgische opstand uitbrak. De studenten moesten zich dus bezig houden met het eren van het vaderland en konden zich niet volkomen ontplooien in de Romantiek. Realistische romans zijn vaak krachtige politieke en sociale protesten en er worden vaak verschillende lagen van de bevolking belicht.
Max Havelaar
De Max Havelaar of der Nederlandsche Handel-Maatschappij is representatief voor de Romantiek, omdat Havelaar een romantisch personage is. Hij is een strijder tegen het onrecht wat de Javanen wordt aangedaan, hij is emotioneel en hij is een dromer. Ook worden in de Max Havelaar fictie en werkelijkheid verweven met elkaar, dit is typerend voor de Romantiek. Multatuli heeft zelf in Nederlands-Indië gewerkt, dus aan de ene kant is het een soort autobiografie. Aan de andere kant heeft Multatuli er ook veel dingen bij bedacht om zijn standpunt sterker te maken. Zo is Max Havelaar beschreven als een ware held, hij doet niks fout. In het echt leefde Multatuli natuurlijk niet zo foutloos. In het boek zitten humoristische stukken, dit is weer typerend voor de Romantiek. Bijvoorbeeld het stuk over Droogstoppel, hij wordt beschreven als een beetje domme en onwetende man, dit gebeurt op een grappige manier. Wat minder typerend is voor de romantiek uit het boek is dat Max Havelaar echt naar een oplossing zoekt om de werkelijkheid waarover hij ontevreden is, te verbeteren. In de Romantiek ontvluchte men de werkelijkheid meer, dan dat men de werkelijkheid wilde veranderen. Dit laatste punt is meer typerend voor het Realisme, want Realistische romans gaan vaak over sterke politieke en sociale protesten. Max Havelaar protesteert tegen de onderdrukking van de Javanen. Wat ook typerend is voor het Realisme in dit boek is dat er verschillende lagen van de bevolking worden belicht. Droogstoppel is rijk, sjaalman is arm, het stamhoofd in Nederlands-Indië is rijk, Saïdjah en Adinda zijn arm. Er zitten dus kenmerken van de Romantiek en van het Realisme in dit boek. Toch vindt ik dat het representatief is voor de Romantiek, omdat in Nederland de Romantische periode een mengeling was van Realisme en Romantiek.[2]
Max Havelaar of der Nederlandsche Handel-Maatschappij is dus representatief voor de Romantiek. Dit omdat Max Havelaar een Romantisch personage is, omdat fictie en werkelijkheid door elkaar gebruikt worden en omdat het humoristisch is. Dat er ook kenmerken van het Realisme in het boek zitten is logisch, want in Nederland was de Romantische literatuur een mengeling van Romantiek en Realisme. Dus als je een boek uit de Romantiek wil lezen, kan ik je de Max Havelaar aanraden.



[1] Gerrit van der Meulen & Willem van der Pol, 2013. Laagland, literatuur & lezer. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
[2] http://www.npo.nl/literatuurgeschiedenis-19e-eeuw/08-05-2014/NPS_1242600


zaterdag 16 mei 2015

Reize door het Aapenland, Gerrit Paape. Verlichting 2a


Wikipedia: ”De verlichting als stroming wordt gezien als een van de pijlers onder de westerse beschaving en zette grote wijzigingen in gang in het denken over religie, filosofie, kunst, wetenschap en politiek. De verlichting gaf aanleiding tot modernisering van de samenleving door middel van individualisering, emancipatie, feminisme, secularisering en globalisering. Het gelijkheidsbeginsel, de mensenrechten en de burgerrechten vinden er hun wortels, net zoals het 'vrijdenken', het klassiek-liberalisme, het socialisme, het anarchisme.” (http://nl.wikipedia.org/wiki/Verlichting_(stroming)#Idee.C3.ABn.2C_ethiek_en_moraal)
De idealen die in de Verlichting centraal stonden zijn: vrijheid, individualisatie, gelijkheid, ontkerkelijking en mensen- en burgerrechten. Ze waren in deze tijd dus erg bezig met het land eerlijk maken, dus iedereen de zelfde rechten en iedereen heeft de vrijheid om te doen wat hij wil. Is er wat terecht gekomen van deze idealen of werken we er nog steeds aan? Of hebben deze idealen misschien wel plaats moeten maken voor andere?

Vrijheid en gelijkheid
In de verlichting streefden de mensen naar vrijheid, gelijkheid en eerlijkheid. Nederland is nu een democratie, de macht is eerlijk verdeeld. Voor iedereen gelden de zelfde wetten en rechten dus iedereen is gelijk voor de wet. Iedereen heeft het recht om naar school te gaan en iedereen heeft vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid. Nederland is dus erg vrij en geeft iedereen de zelfde rechten en kansen.

Individualisering
Nederland is nu erg individualistisch ingesteld. Dit is vooral gekomen door de industriële ontwikkelingen, want hierdoor kwam er meer welvaart. Dit heeft er toe geleid dat groepen onafhankelijker werden van elkaar. Ook door de ontzuiling ging men zich meer richten op het individu. Mensen begonnen buiten hun groepsgrenzen te kijken en werden individuen, ze behoorden niet meer tot één bepaalde groep. Dit is nu nog steeds zo.

Emancipatie
Emancipatie is het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie. Vanuit dit streven zijn de mensenrechten en de burgerrechten ontstaan, die bestaan nu nog steeds. De emancipatie gaat nog steeds door, we streven nu nog steeds naar gelijkwaardigheid tussen man en vrouw.

Secularisering
Onder Secularisering verstaan we de ontkerkelijking, religie moet minder maatschappelijke invloed hebben. De afgelopen jaren heeft er zeker ontkerkelijking plaats gevonden, steeds minder mensen gaan actief naar de kerk. Maar de kerk heeft nog steeds invloed, zo zijn er nog verschillende christelijke politieke partijen, zoals het CDA, de Christen Unie en de SGP. Ook is de koning christelijk opgevoed.

Dus wat op Wikipedia staat klopt, de verlichting vormt een van de pijlers onder de westerse beschaving. Alle idealen die in de verlichting centraal stonden, vinden we nu nog steeds heel belangrijk.  Deze idealen hebben Nederland verbeterd, ons land is veel gelijker, vrijer en eerlijker geworden. En we werken nu nog steeds aan deze idealen.

 

dinsdag 10 februari 2015

Klucht van de molenaar, G.A. Bredero



Het genreschilderij van Jan Steen ‘Het vrolijke huisgezin’ is kenmerkend voor de belerende kunststijl in de Renaissance. Op het schilderij zie je een gezin waarin veel misgaat. In het midden van een kamer staat een tafel waaraan veel mensen zitten te eten, alcoholische dranken te drinken en te roken. Op de grond ligt ook veel rotzooi. Aan de openhaard hangt een briefje waarop staat: zo de ouden zongen, zo piepen de jongen.
Er wordt duidelijk gebruik van exempla contraria gebruik gemaakt. De ouders geven door middel van veel drank het slechte voorbeeld aan hun kinderen. De normen en waarden die in dit schilderij centraal staan, zijn dat je het goede voorbeeld aan je kinderen en andere mensen moet geven en jezelf onder controle moet houden.
Dit kun je in verband brengen met de klucht van de molenaar, want hierin geeft slimme Piet ook het verkeerde voorbeeld aan zijn knecht Joost.



 Het volgende schilderij van Jan Steen is ‘soo gewonne, soo verteert.’ Op het schilderij zie je 5 mensen op de voorgrond afgebeeld. Vier daarvan staan of zitten rondom een tafel in een kamer. Op de achtergrond zie je in de andere kamer ook twee mensen aan het overleggen. De twee vrouwen aan de tafel, de oude en jonge, duiden op een koppelaarster en een prostituee. De man die de oesters eet, is waarschijnlijk rijke man. De titel van het schilderij betekent de wisselvalligheid van het bestaan. Als je snel rijk bent, kun je het zo weer verliezen. In deze ruimte geldt dat voor de rijke man, die zijn geld zo kan verkwisten.
 Op het schilderij op de schoorsteen staat vrouwe Fortuna, die de moralistische les onderstreept. Fortuna staat op een dobbelsteen, teken van toeval, en op een bol, teken van instabiliteit. Dit wil dus zeggen dat lot allebei de kanten op kan gaan.
Ook bij de klucht van de molenaar is het lot onzeker, want slimme Piet denkt dat hij met Trijn Jans naar bed gaat, maar uiteindelijk is het zijn eigen vrouw.
 
Dit schilderij is geschilderd door Pieter de Hooch en heet ‘Een gezelschap op de plaats achter een huis’. Ook in dit schilderij wordt het dagelijks leven afgebeeld. In het schilderij zie je een man en een vrouw en een tafel zitten. Bij de tafel staat nog een vrouw, die een glas bier in haar hand heeft. Rechts achterin staat een vrouw, die een koperen keten schoonmaakt boven een houten vat. De vrouw aan de tafel perst een citroen uit boven haar zoete wijn, om de wijn op smaak te brengen. Een citrusvrucht is een symbool voor de liefde, een citroen staat voor zure liefde of valse vriendschap. Er hangt een sfeer van verleiding, de man, de minnaar, kijkt geïnteresseerd naar de vrouw tegen over hem. In de schilderij wordt niet expliciet gebruik gemaakt van exempla contraria, maar je kunt het schilderij wel goed in verband brengen met de klucht van de molenaar van Bredero. De man kun je zien als slimme piet en dan is de vrouw, die tegenover hem zit, Trijn Jans. De vrouw die achter de man staat zou je kunnen zien als Aaltje, de vrouw van Piet. Piet probeert Trijn te verleiden terwijl zijn vrouw erbij staat, dit is in het verhaal ook zo. De citroen in Trijns hand staat voor valse vriendschap. Ze spreekt ’s nachts stiekem af met Piet, maar zegt het ook tegen zijn vrouw, zodat ze kunnen omwisselen. Ze doet dus alsof ze in gaat op slimme piet, maar dit is vals.
 
 

maandag 12 januari 2015

Siegfried, Harry Mulisch. Leesgroep

A
Rudolf Herter is de hoofdpersoon, een internationaalberoemde Nederlandse schrijver van 72 jaar oud die ‘De uitvinding van de Liefde’ heeft geschreven. Het verhaal is vooral geschreven vanuit een auctoriaal perspectief. Je kunt de gedachten van Herter alleen te weten komen als hij deze werkelijk vertelt. Herter gaat naar Wenen om zijn boek te promoten. Hij heeft twee dochters van zijn ex-vrouw Olga en een zoontje Marnix van zijn vriendin Maria. Herter is al bijna heel zijn leven geïntrigeerd door Hitler en komt na een televisie-interview op het idee om een boek over hem te schrijven. Hij wil Hitlers daden en gedachten begrijpen. Nadat hij een lezing heeft gegeven, komt er een ouder echtpaar naar hem toe, Ullrich en Julia FalkDe volgende dag gaat hij bij dit echtpaar op bezoek, omdat hij het gevoel had gekregen dat zij iets over Hitler weten wat niemand anders weet. Ullrich was een kleine, arme, maar goed verzorgde man van 89 jaar en de dienstbode van Hitler. Julia was een kleine, dikke vrouw van 85 jaar en zij was goed bevriend met Eva Braun, de lieve en gevoelige vrouw van Hitler. Julia wist dus veel over het privé leven van Eva en ook dat ze in verwachting was van Hitler. Het moest geheim blijven dat Hitler en Eva een kind hadden en dus zouden Julia en Ullrich het opvoeden. Eva beviel van een zoon, Siegfried, waarvan je als lezer niet veel te weten komt. Door het dagboek van Eva komt Herter nog meer over dit absurde verhaal te weten. Deze dagboekfragmenten zijn vanuit een ik-perspectief geschreven. Eva vertelt zelf al haar gedachten en gevoelens.
De titel van het boek, Siegriedslaat natuurlijk terug op de fictieve zoon van Hitler en Eva. De ondertitel, een zwarte idylle, gaat om de betekenis van idylle, een lieflijk,dichterlijke schildering van het eenvoudige leven. Een zwarte idylle is een paradox. Het verhaal begint als een idylle, maar wordt steeds grauwer en donkerder tot zelfs zwart. 
De setting van het verhaal is Wenen rond het jaar 2000. Het verhaal is in chronologische volgorde geschreven, er is wel een hele lange terugverwijzing als meneer en mevrouw Falkaan het woord zijn over Hitler. Een grote open plek in het verhaal is dat Herter Ullrich en Julia Falk ontmoet en dat hij doorheeft dat zij hem iets belangrijks te vertellen hebben. Je wilt dan graag weten wat zij Herter gaan vertellen, maar het duurt heel lang voordat meneer en mevrouw Falk ter zake komen over wat ze eigenlijk met hem willen delen.
Het thema van het boek is het proberen te ontmaskeren van Hitler, de “Endlösung der Hitlerfrage.” Herter probeert het door allerlei theorieën toe te passen en een fictief figuur in het leven te roepen. Daarmee denkt hij Hitler de spiegel voor te kunnen houden. Na zijn gesprek met meneer en mevrouw Falk komt hij de achter dat dit Siegfried moest zijn, Hitler’s geheim gehouden zoon.
Er zijn verschillende motieven in het boek ‘Siegfried’.
-
 De kleur bruin komt herhaaldelijk terug. De Berghof werd ook wel Braunhausgenoemd, de achternaam van Eva is Braun, Hitler is geboren in Braunau, Departijcentrale in München heette het “braune haus”. SA-troepen waren bruinhemden en bruin onstaat als je alle spectraalkleuren door elkaar smeert.
-
-Filosofieveel voorbeelden uit Nietsches en schopenhauers werk komen aan bodOok Plato, Kant en Hegel worden genoemd.
-
 Het niets, Hitler is volgens Herter het niets omdat niets zo onmenselijk kan zijn als Hitler. Hij is niet een buitenaards wezenmaar een buitenzijns wezenEen voorbeeld: “Het nihilisme staat voor de deurwaar komt deze griezeligste aller gasten vandaan.”Volgens Herter had Nietzsche met deze zin al voorspeld dat er een figuur als Hitler aan zat te komen. Hitler vertegenwoordigt het nihilisme omdat hij het niets is.
-
-Een verhaalmotief in dit boek is fantasie of verbeeldingskracht, Herter is steeds aan het proberen om Hitler in fictie te vangen.

Het boek ‘Siegfried’ is een goed te lezen boek, omdat er maar weinig verhaallijnen zijn en omdat er een auctoriale verteller is. Alleen het filosofische denkwijze van Herter aan het einde van het boek was wel lastig te volgen, omdat er veel informatie snel achter elkaar wordt verteld. Het boek is deels realistisch, omdat het verhaal van Herter echt gebeurd kan zijn. Over de achtergrond van Hitler die in het boek beschreven wordt, is niet met zekerheid te zeggen of dit echt zo gebeurd is. De bedoeling van het verhaal is een mening te geven over hoe Hitler in elkaar zit en waar zijn ideeën vandaan komen. De opbouw van het verhaal is heel logisch.

B
De discussie in onze leesgroep verliep goed, we waren het snel met elkaar eens. Ik heb van deze opdracht geleerd dat ik de volgende keer iets eerder aan het boek moet beginnen, want nu moest ik me een beetje haasten. Ons boek heeft leesniveau 4 en hiermee kon ik goed overweg, ik had het boek best snel uit en ik vond het boek niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk. Ik wil de volgende keer ook een boek van niveau 4 lezen, of van niveau 5. Ik weet nog niet welk boek, of van welke schrijver.